Dochter is achttien nu. We vieren het in het getrouwde huis, waar vader nu woont met zijn grote dochter. Vrienden van haar vader en mij komen middags ons jarige meisje feliciteren. Cadeaus als boeken, champagne en geuren van het merk Rituals worden blij uitgepakt. Later op de avond komen ruim vijftig jongeren praten en dansen onder het oranje tentdoek. Het Mexicaanse thema wordt onderstreept doordat ze in de guacemole kunnen dippen en van wraps met rucola en spinazie kunnen smullen. Daarnaast is er gewoon Nederlands bier. De volgende dag ga ik de cadeautjes van haar vrienden bekijken en Duits overhoren.
Ze ziet er stralend uit, ondanks dat ze niet voor half vijf in haar bed lag. Het lange blonde haar opgestoken in een rommelige knot. De Duitse zinnen gaan over duurzaamheid. Echt spannend vindt ze het niet, geloof ik. Deze kennis van het Duits gaat ze niet gebruiken als ze definitief kiest voor de Modeacademie. Alleen de stoffen kunnen dan duurzaam zijn. Tussen de technische zinnen door streel ik de witrode kater die ik achter heb moeten laten. De dikke vacht is zacht en hij blijft tegen me miauwen. Ken ik jou ergens van? Heb je brokjes voor me?
Ik zie de eerste voorjaarsknoppen al. De forsythia zal binnen een week geel kleuren. Ik mis de tuin eigenlijk niet als ik in mijn appartement ben, maar nu voel ik iets van gemis. Ik heb hier vijftien jaar gewoond. Dat laat je niet zomaar los. Ik voel iets dat ik onthecht zou willen noemen. Het gezin dat niet meer bestaat. Een vader met een vriendin. Een moeder met liefdes en mooie ontmoetingen. Veel gesprekken met dochters aan de eettafel over liefde, motivatie, keuzes, vriendschappen en oordelen. Ondertussen trailers van films kijken. Luisteren naar muziek van alle windstreken. Het is goed zo.